Taxi Amsterdam

Dit jaar bestaat DZP 20 jaar. In down memory lane blikken we terug op enkele bijzondere projecten. Deze keer door Debby Leenen.


Mijn eerste klus bij DZP in 2006: aan de slag met de taxibranche in Amsterdam. Ik had net afscheid genomen van de gemeente Rotterdam als wijkeconoom en waagde de sprong in het bedrijfsleven. En eerlijk, de taxibranche, dat leek mij vooraf toch best spannend.

De befaamde taxi-oorlog was toen net op zijn retour, maar liet zijn sporen nog na. Iedereen kan het zich waarschijnlijk nog wel herinneren. Chauffeurs die het brood bij elkaar uit de mond stalen, met elkaar op de vuist gingen, vergunningen die voor veel geld werden verhandeld, mensen die zonder vergunning reden (de zogenaamde snorders) of met de hele familie op dezelfde vergunning, klanten die bedonderd werden met te hoge ritprijzen en onnodig omrijden. Tja, best een spannende omgeving. Maar het is uiteindelijk wel een van de meest bijzondere opdrachten die ik in mijn 15 jaar-werkcarrière bij DZP heb mogen doen.

DZP deed in 2004 mee met een aanbesteding vanuit de gemeente Amsterdam (toenmalig DIVV) voor het organiseren van de vrije rijders. Rijders die zich enkel voor werkgarantie hadden aangesloten bij de taxicentrale maar zich niet door hen vertegenwoordigd voelden. En wilden knokken voor een betere markt en af wilden van de slechte naam van de branche. Na het sprankelende verhaal van Marlies voor de Gemeente Amsterdam (toen nog DIVV), met bevlogen rijders Mario Ruig en Robert Pool, was de match snel gemaakt. Een brancheorganisatie moest worden opgericht en vorm krijgen. Met een bestuur, een secretariaat, strategische advies en beleidsondersteuning. We vormden het bestuur, bedachten een naam en een logo. Handen uit de mouwen, we begonnen van scratch.

Hoofdkwartier BOTAM was geboren op ons toenmalige kantoor op de Basisweg in Amsterdam. Ik kwam het team in 2006 versterken, want we stonden gezamenlijk aan de lat voor een uitdagende opgave. Met toenmalig collega Danielle die het secretariaat verzorgde, bezette ik het ‘kantoor’ Botam. Marlies en ik zetten de lijnen uit in samenspraak met het bestuur en hielden de lijn kort met de gemeente, interessante leveranciers voor de taxibranche (collectieve voordelen), en overige stakeholders. En uiteraard met alle aangesloten rijders. Met nieuwsbrieven, vergaderingen en chauffeurscafé ’t Schinkeltje (heerlijke tomatensoep, uitsmijters en cappuccino!). De vergaderingen waren altijd bewogen. Never a dull moment! En een ding wat ik daar wel heb geleerd: de emotie ligt op de tong, maar uiteindelijk bezit de grote mond vaak een klein hartje. En hart voor de zaak en de branche.  

We stonden aan de voet van een nieuwe periode in de taxibranche. En daar hoorde ook nieuw taxibeleid bij dat we als branche samen met de gemeente gingen vormgeven. Een beleid dat uitging van een betere kwaliteit van de (opstap)markt, consumentenbescherming, minder overlast, en schonere taxi’s. BOTAM nam hierin de lead. We brachten de diverse organisaties bij elkaar: TCA, het VIP-vervoer, en contractvervoer. En daarin moest uiteraard ook weleens over schaduwen worden heengestapt, want zo voor de hand liggend was het niet dat deze partijen de handen ineensloegen. Er moest een speciaal taxikeurmerk komen, een taxihuis (informatiepunt voor rijders en klanten), speciale taxistandplaatsen voor de taxi’s met het Amsterdamtaxi-keurmerk. Belangrijke (gespreks)onderwerpen bij het nieuwe taxibeleid van Amsterdam. Er werd nagedacht over speciale daklichten met een sensor waarmee de taxistandplaatsen toegankelijk werden, het wrappen van de auto’s in een voor de klant herkende uitstraling (en dus zekerheid over de kwaliteit), speciale opleidingen om het keurmerk te verdienen. Lang overleg volgde met alle betrokken partijen. We starten de lobby naar alle fracties in de gemeenteraad en zaten geregeld met de wethouder in gesprek. We zaten ook landelijk om tafel met KNV taxi, TX-keur en het ministerie. Kortom, een complex traject met heel veel facetten.

Uiteindelijk resulteerde alle inzet in de eerste opzet van het AmsterdamTaxi-beleid: een beleid dat ik heb mogen schrijven. Met alle input van de branche en ervaringsdeskundigen. Het is de grondlegger geweest van het huidige taxibeleid en sinds 2013 ook een taxiverordening. En daar zijn wij als DZP, en ik niet in de laatste plaats, best trots op. In die tijd keerde echter het tij en kwam het Australische model van de zogenaamde TTO’s in beeld. Een minder vergaand en innovatief beleid dan we met elkaar op poten hadden gezet. De krachten en machten van de lang gevestigde orde binnen de taxibranche kreeg de overhand, en de gemeente koos daarin uiteindelijk voor de veiligere keuze. Achteraf jammer, want Amsterdam en de branche had een gigantisch statement kunnen maken. Ach, wellicht was de tijd er nog niet rijp voor, soms lopen zaken zo.

En de BOTAM? Daar hebben we nog steeds contact mee. De speciale bodywarmers voor de ledenwerving liggen nog steeds op kantoor en de BOTAM-pennen doen nog steeds dienst. Zodra de horeca weer open is en we mogen weer, staat er een eet-date met de heren!